De voorgeschiedenis van Hotel Faber gaat in feite vele eeuwen terug en wel naar het jaar 1726. Op 17 maart van dat jaar kocht een zekere ’Hugo ter Spill’ voor zegge en schrijve 1300 Carolusgulden van de koopman Peter Clasen de behuizing met heemstede en hof en 2 koeweiden aan de Hereweg, pal tegenover de Hoogezandsterbrug. De nieuwe eigenaar was afkomstig uit Den Haag en was in 1712 gehuwd met de Groningse boerendochter Jantje Boelema. Het pas aangekochte huis werd door het echtpaar betrokken en Ter Spill vestigde aldaar een herberg. Veel kapitaal was er echter niet, want de koopsom werd in 1727 geleend van de Groninger brouwer J. Vos. Zoland de koopsom niet was afbetaald moest Hugo ter Spill zijn bier betrekken van de befaamde Groninger ‘Kluin’.
DE FABERS AAN HET BEWIND
Vanaf 1901 was Hotel Faber een echte familiezaak geworden. De derde zoon, Hendrik Jan (Henk) Faber, van de in totaal 7 kinderen nam in 1929 de zaak over.
Hotel Faber omstreeks 1950
In 1959, even voor Pasen, nam zijn jongste zoon, Marten Cornelis Faber, het hotel over. Hij trouwde op 11 oktober 1969 met Wilhelmina (Wil) Rutgers uit Assen. De jongste telg van de 3 kinderen, Frank Cornelis Faber, kwam na het behalen van zijn diploma van de Middelbare Hotelschool in 1993 fulltime werken in het logement. Op 15 Juli 2005 overleed Marten Cornels Faber. En te kort daarop, op 24 mei 2007, ook Wil Faber. Frank Cornelis Faber is alweer de vierde generatie van de Faber-dynastie.
In meer dan een eeuw tijd is er evenwel veel veranderd en ondanks de huidige moeilijke periode worden alle zeilen bijgezet om aan de hoogste eisen te voldoen. De uitstekende accommodaties en moderne vergaderfaciliteiten vinden waardering tot ver over de landsgrenzen.
Velen kijken wellicht met enige weemoed terug op het roemruchte verleden van Hotel Faber, maar tijden veranderen. Onveranderd is echter de gastvrijheid welke hoog in het vaandel staat in Hotel Faber in het oude stadshart van Hoogezand, al meer dan 111 jaar.