4-6

Een scheiding is voor de ouders, gehuwd of samenwonend, en voor hun kinderen een emotioneel en ingewikkeld proces. Om het belang van kinderen te waarborgen en waar mogelijk te voorkomen dat een scheiding een juridisch gevecht wordt is er in de gemeente Stadskanaal een “Steunpunt vroeghulp bij scheiding”. Via het steunpunt kunnen ouders gratis hulp ontvangen als zij van plan zijn te gaan scheiden. Er wordt besproken hoe de voorgenomen scheiding verstandig te regelen. Er is hulp bij vragen als: Hoe vertellen we het de kinderen? Wat is het effect op de kinderen?

Kenmerkend voor deze doelgroep is dat deze jongeren (mee)zorgen voor een naaste en/of zich zorgen maken over een naaste en/of zelf (soms) aandacht en/of zorg tekort komen. Als jongeren langere tijd mantelzorg verlenen, kan dat verschillende negatieve gevolgen hebben: 
- opgroei- en opvoedproblemen door te veel verantwoordelijkheid en te weinig tijd voor de eigen ontwikkeling; 
- lichamelijke en emotionele klachten zoals stress en vermoeidheid; belemmering in hun opleiding en/of sociale contacten; 

De cliëntondersteuner behartigt de belangen van de cliënt. Het gaat bijvoorbeeld om hulp bij: een gesprek met de gemeente; een (voor)onderzoek voor Wmo-of Jeugdondersteuning; een aanvraag voor een maatwerkvoorziening; afspraken met zorgaanbieders als u een maatwerkvoorziening heeft. De ondersteuning is gratis. De gemeente betaalt de cliëntondersteuning, maar deze persoon is wel onafhankelijk van de gemeente.

De leerplichtambtenaar heeft vooral een preventieve taak. Verschillende factoren kunnen een rol spelen bij het ontstaan van schoolverzuim, voortijdig schoolverlaten en thuiszitters. Dit kunnen kenmerken op individueel niveau zijn, maar ook kenmerken van de omgeving – gezin en/of school. De leerplichtambtenaar is een spin in het web bij de aanpak van schoolverzuim, helpt jongeren, ouders en scholen bij het oplossen van problemen die een succesvolle schoolcarrière belemmeren, stimuleert jongeren een startkwalificatie te halen en biedt begeleiding en advies.

VNN biedt een behandeling voor iedereen met verslavingsproblemen.

Toegankelijkheid 
Een jongere die hulp zoekt bij verslavingsproblemen kan zichzelf aanmelden. Maar een docent, begeleider of hulpverlener kan, in overleg met de jongere/de ouders, ook een vrijwillig contactmoment aanvragen. Deze contactmomenten worden bekostigd door de gemeente. Voor zwaardere en/of langdurige hulpverlening is een verwijzing van huisarts nodig voor bekostiging door de zorgverzekeraar.

De buurtwerker jeugd is in dit traject een soort maatje en begeleidt de jongere richting sport of activiteit van hun keuze.

Toegankelijkheid 
Scholen (ib-ers/coördinatoren) en andere professionals kunnen kinderen rechtstreeks aanmelden bij de buurtwerker-jeugd- sport of cultuur (Welstad, www.welstad.nl).

Motorische Remedial Teaching, kortweg MRT, kan een kind in samenwerking met de school en de ouders helpen bij het verbeteren van de motoriek. Kinderen die extra aandacht nodig hebben kunnen na schooltijd aansluiten bij ClubExtra Kinderen kunnen hier, onder begeleiding van de buurtsportcoach-jeugd hun plezier in sport vinden en gemakkelijker doorstromen naar de sportvereniging van hun keuze.

Wanneer er iets mis is met de taal of spraak van een kind kan er door de GGD een logopedisch onderzoek ook op verzoek worden verricht.

Toegankelijkheid 
De kinderopvang, peuterspeelzalen, scholen en de CJGV kunnen signalen doorgeven aan de jeugdverpleegkundige van de GGD/JGZ. Deze overlegt met de ouders en zorgt voor een afspraak.

Wanneer je te maken krijgt met zo’n leerling op school, kun je terecht bij een consulent Onderwijs aan Zieke Leerlingen voor advies en begeleiding. De consulent kan voor de zieke leerling thuis, op school of in één van de nabijgelegen ziekenhuizen, onderwijs op maat organiseren en hem/haar begeleiden op sociaal emotioneel gebied. Via de consulent kan in sommige gevallen de benodigde apparatuur worden aangevraagd waarmee thuis of in het ziekenhuis de lessen digitaal te volgen zijn.

Doel van het Voorleestraject is om bij jonge kinderen van 2 tot 8 jaar, met een verhoogd risico op een onderwijsachterstand, de taalontwikkeling te stimuleren door vrijwilligers gedurende een half jaar elke week bij de kinderen thuis te laten voorlezen. De extra aandacht richt zich niet alleen op het individuele doelgroepkind, maar ook op het gezin en kan zorgen voor een rijkere taalomgeving thuis. Ze weten dat voorlezen leuk is, ouders gaan het zelf ook doen en de weg naar de bibliotheek is gevonden.